Actualité > Hoe moeten we de gele vesten-beweging typeren ?

Hoe moeten we de gele vesten-beweging typeren ?

De laatste weken hebben we gezien hoe de gele vesten-beweging groeide, zowel in grootte als in media-aandacht. De beweging begon rond 17 november, is overal zichtbaar en iedereen praat erover : op het werk en thuis, in de straten en het openbaar vervoer. Het is tijd om een tussenbalans op te maken.

 

Wat gebeurde er op 17 november (en de daaropvolgende dagen) ?

 

Het is duidelijk een grote beweging, die in tegenstelling tot veel andere sociale bewegingen veel media aandacht krijgt. Dit heeft deels te maken met het apolitieke karakter van de beweging. Tegelijkertijd wordt ook in de media het aantal deelnemers aan de protesten te laag ingeschat. Massamedia spreken van 300.000 demonstranten, terwijl een snelle schatting al gauw laat blijken dat het werkelijke aantal vele malen hoger ligt.

 

De meeste mensen die protesteren zijn forensen, afkomstig uit de grotere- en kleinere steden, aangezien zij het verst naar hun werk moeten reizen.
De beweging is een mix van sociale klassen in Frankrijk : eigenaren van kleine bedrijven, boeren, werkers, gepensioneerden en werklozen. Dit maakt het moeilijk om de beweging duidelijk te analyseren. Het is in ieder geval duidelijk dat de beweging niet uitsluitend bestaat uit eigenaren van kleine bedrijven, zoals sommige verslagen beweren. Veel werkers zijn onderdeel van de beweging, en vormen in verschillende plekken de ruime meerderheid.

 

De beweging opereert onder uiteenlopende slogans. De meeste gaan over koopkracht en wijzen met een beschuldigende vinger richting Macron’s regering. De beweging heeft een beeld gecreëerd van een strijd van David tegen Goliath, zonder daadwerkelijk te zeggen wie nou wie is. Onder David worden geschaard werkers, eigenaren van kleine bedrijven die moeite hebben om rond te komen, middenklasse werknemers die bang zijn om gedegradeerd te worden, etc. Tegelijkertijd is het onduidelijk wie Goliath precies is behalve de gehate regering.
Naast de stijging van de brandstofprijs en een afkeur van de huidige regering, is er niks dat deze beweging bijeen houdt. De beweging trekt mensen aan die schijnbaar geloven dezelfde interesses te hebben, terwijl zij in feite recht tegenover elkaar staan.

 

Een perfect voorbeeld hiervan is de slogan “te veel belasting”, waar winkeleigenaren en zakenmensen dezelfde belastingen aanvallen als de werkers. Dit terwijl de belasting van sommigen het indirecte salaris is van anderen ! (werkgeversbijdragen voor werkloosheid en sociale zekerheid). Zelfs in een bourgeois maatschappij hebben belastingen een klassenkarakter. En hoewel het waar is dat het midden- en kleinbedrijf meer belasting betalen dan de grote bedrijven, zijn zij nog geen strijdmakkers van het proletariaat !

 

Bij verschillende wegblokkades hebben seksistische, racistische en homofobische acties plaatsgevonden. Bij een blokkade in de Somme hebben demonstranten zelfs migranten uit een vrachtwagen overhandigd aan de politie. Dit soort acties zijn volstrekt onacceptabel en moeten resoluut bestreden worden. Wellicht dat deze acties voortkomen uit het apolitieke en warrige karakter van de beweging, in combinatie met de brede sociale basis. Ook het gebrek aan politiek leiderschap behalve die van reformisten laat het veld open voor allerlei reactionaire invloeden.
Maar dat is zoals het is, en als we de reactionaire ideeën en acties willen bestrijden kunnen we niet aan de zijlijn blijven staan.

 

Welke onderwerpen worden aangekaart door de 17 november-beweging ?

 

Verslechterende leefomstandigheden

 

Dit vormt de kern van de beweging. Veel mensen kunnen niet meer rondkomen – de winkelprijzen stijgen terwijl de lonen gelijk blijven of dalen. Dit geldt natuurlijk voor werkers, maar ook voor boeren, eigenaren van kleine bedrijven en de middenklasse. Ook stijgt de werkloosheid en worden werkers gestimuleerd om met elkaar te concurreren voor een baan. En ja, dit komt allemaal door de crisis. Het is niks nieuws, maar de gevolgen zijn nu erger dan ooit.
Een belangrijk onderdeel hiervan is de auto, waarvan steeds meer mensen afhankelijk zijn geworden. Dit levert de autobedrijven en oliemonopolies meer winst op en zadelt gezinnen op met steeds groter wordende kostenposten. Dit is gestimuleerd door opeenvolgende regeringen die belastingen voor werkenden verhoogden, terwijl de bourgeoisie en multinationals fikse kortingen kregen.

 

De milieucrisis

 

De beweging komt voort uit een gevoel van onrecht. De hogere belastingen op diesel worden door de regering gelegitimeerd als zijnde milieuvriendelijk beleid. Maar dit is niks anders dan schijn. Ja, we zitten middenin een historische ecologische crisis die alleen maar erger wordt. En voor de regering van Macron moet iedereen bijdragen aan een oplossing. Maar wie veroorzaakt eigenlijk de milieuschade ? Wie giet chemisch afval in de rivieren ? Wie wekt al die broeikasgassen op ? Wie eist er telkens meer energie (benzine, elektriciteit, gas, etc.) ? Het is het kapitalisme. Een productiesysteem dat letterlijk energie verslindt en in rap tempo de planeet (en zijn bewoners) vernietigd. De bourgeoisie is de echte veroorzaker van de ecologische crisis !

 

Dit verbinden we met het bestrijden van de elitaire houding van de ‘progressieve’ kleinburgerij. Zij kijken naar de beweging als een stelletje ‘anti-milieu sukkels’. En hoewel er tussen de demonstranten ook SUV-rijdende benzineslurpers zitten die helemaal niks om de planeet geven, zijn zij de kleine minderheid !
Hoe dan ook, de werkers hebben hun eigen redenen om te demonstreren tegen hogere brandstofprijzen. Zij zijn de slaven van een systeem waarin de auto centraal staat. Dat betekent niet dat zij niks om het milieu geven : het is slechts hun voornaamste zorg om brood op de plank te krijgen.

 

Deze beweging roept ook de vraag op waar we leven en hoe we ons bewegen

 

Waar leven we ? Waar werken we ? Waarom moeten zover naar ons werk reizen ? Wat voor openbaar vervoer is er ? De ontmanteling van het openbaar vervoer door deze en voorgaande regeringen heeft ervoor gezorgd dat velen geen alternatief voor de auto hebben. Loon onzekerheid, hogere huizenprijzen en huurprijzen, en het concentreren van de economie in de grote steden hebben ervoor gezorgd dat werkers langer moeten reizen.

 

Welke lessen kunnen we trekken uit de 17 november Beweging ?

 

Allereerst laat de beweging het falen van links zien. Na zielige pogingen van reformisten zoals La France Insoumise (FI) om de demonstranten voor zich te hebben, hebben zij zich afgekeerd van politieke organisaties en vakbonden. Dit is een algemene trend, en hebben we eerder gezien bij bewegingen van de spoorwegwerkers, de arbeidshervormingen (grote demonstraties in 2016, red.), etc. Het is duidelijk dat we deze trend van ‘apolitiek’ protest nog niet hebben kunnen veranderen.

 

Dit heeft ervoor gezorgd dat reactionaire invloeden een mogelijkheid hebben gezien om binnen de beweging hun boodschap te verspreiden. Ze ageren bijvoorbeeld dat de moeilijke leefomstandigheden de schuld zijn van de ‘profiteurs’, immigranten, het asielbeleid etc. De Nouveau Parti anticapitaliste (NPA) en La France Insoumise (FI) hebben verklaard de beweging onconditioneel te steunen, zonder enige aandacht te geven aan de invloed van extreemrechts. Zij denken dat de beweging automatisch de goede kant op zal gaan. Aan de andere kant van het spectrum vinden we radicale vakbonden en anarchisten die de beweging meteen afgewezen hebben. Zij laten zien niet om te kunnen gaan met spontane sociale bewegingen.

 

Het zou oneerlijk zijn om te verwachten dat een beweging als deze automatisch een progressieve en proletarische politieke lijn aanneemt. Precies dat is de taak van communistische militanten : om als onderdeel van de beweging verder te kijken dan de korte termijn en de onderliggende problemen aan te kaarten.

 

De uiteindelijke vraag is dus hoe een strijdvaardige arbeidersbeweging en de brede volksbeweging samen kunnen werken in een onduidelijke, maar zeer echte en legitieme opstand. Sommige politieke- en vakbonds-radicalen hebben de gele vesten beweging heftig bekritiseerd omdat de beweging niet meteen de samenwerking opzocht. Hoewel we misschien zouden willen dat die samenwerking wel een automatisme is, doen we er beter aan om te proberen te begrijpen waarom dit nu niet het geval is in plaats van met verwijten te komen.

 

Zoals we hebben gezien stelt de beweging meerdere onderwerpen aan de kaak. We hebben hierover gepraat op het werk, met onze vrienden en familie, in de vakbonden, en deze gesprekken leidde tot discussies over het milieu, de economische situatie, de relatie tussen stad en de provincie, etc. We hebben geluisterd en gediscussieerd op een niet-sektarische manier met betrokken demonstranten in deze grassroots beweging.

 

We zullen de uiteindelijke oplossingen vinden door te organiseren op een duidelijke klassenbasis die vecht tegen racisme, seksisme, homofobie en chauvinisme.
Alleen een antikapitalistische, proletarische revolutie zal de radicale verandering brengen die we nodig hebben om de problemen die de beweging noemt op te lossen. Het wegbezuinigen van openbaar vervoer, een einde aan de individuele auto, collectief beheer van de natuur, en, bovenal, de reorganisatie van de economische productie en deze gelijk over het land te verdelen.

 

De oplossing voor de sociale- en ecologische crisis is om een wereld te bouwen vrij van ellende, uitbuiting en plundering van de natuur.

 

The solution to the social and ecological crisis is to build a world free of misery, exploitation and the pillage of the environment.

 

OCML Voie Prolétarienne, 23 November 2018

 

En français

Soutenir par un don